Uit het nieuws

Andere bestuivers : Metselbijen

Een leuk verhaal van het ophalen van een eerste bijennest van het jaar. 

Bij het ter plaatse gaan viel het bijennest iets kleiner uit dan gedacht.  Het waren drie bijtjes.  Net iets te vroeg wakker gemaakte metselbijen.   Ze zijn actief van begin maart tot eind juni.

Ik kende wel iemand die zich over deze drie exemplaren wilde ontfermen 😊.

Het mannelijk exemplaar hield de doos snel voor bekeken in ging op ontdekking, en vooral op zoek naar een vrouwelijke soortgenoot.  Het leven is maar kort moet hij gedacht hebben. 

Euuh, en ze leefde nog lang en gelukkig  (toch gemiddeld een week of 5 voor wat betreft metselbijtjes) bij Nadia in het bijenhotel.


Toch even uitleggen hoe het hier werkt : 

Het vrouwtje gaat op zoek naar een gaatje in de muur, of oud hout  (of bijenhotel, …)


Ze wil om te beginnen een proper gangetje om haar eitjes in te leggen en gaat eerst op inspectie.

Ze gaat eerst de cel meten en bouwt alvast de aanzet van haar eerste muurtje waarachter ze haar eerste eitje gaat leggen. 

Dan gaat ze gaat op zoek naar stuifmeel.  Anders dan onze honingbijen gebruiken metselbijen meestal de beharing aan de onderzijde van het lichaam om dat te verzamelen .  We noemen dat een buikschuier. Bij het deponeren in het gangetje  mengt ze het stuifmeel met wat nectar en maakt een eerste hoopje om in de cel te leggen en daar een eitje op te leggen.  Dan wordt het eerste  muurtje afgesloten met modder en steentjes en bloemblaadjes.  Ze meet opnieuw af waar haar tweede muurtje moet komen en maakt opnieuw de aanzet. Zo vult ze het gangetje verder aan.  Het laatste eitje is onbevrucht, want daaruit wordt een mannetje geboren.  De volgende lente komt hij eerst uit, en blijft wat rondhangen en hooveren voor de uitgangen van de andere pijpjes, wachtend op de eerste vrouwtjes. 



Voor u gelezen: op de Nederlandse Bijenhouders vereniging :



Op de foto zie je twee nazwermen hangen, die gelijktijdig zijn afgekomen. Deze foto is niet van dit voorjaar, echter gisteren ontving ik al wel een foto van een voorzwerm in Huizen. Het was slechts 13 graden in de schaduw, maar de zon lokte de zwerm met oude koningin toch naar buiten. 

Deze week vond ik op de schaarse momenten dat er een kast openging toch al diverse belegde zwermcellen. Gisteren was dit al het derde volk waarin ik deze week belegde doppen vond. Nooit eerder waren ze er zo vroeg bij mij. Ik wijd dit aan het koude voorjaarsweer. De ontwikkeling van de volken gaat gestaag door (mits er nog voldoende voer in zit!) en de aantallen bijen kunnen met zo'n 5 a 10.000 bijen per week toenemen, terwijl er minder bijen sterven. De sterkte neemt sterk toe en van goed vliegweer is te weinig sprake. De bijen zitten dus opeengepakt binnen, hetgeen een goede verspreiding van de koninginnenferomonen verhindert. 

Vanwege de overbevolking doemt er in sommige volken zwermdrift op, vooral in de volken met overjarige moeren. Deze geven soms minder feromonen af, wanneer de eilegprestaties minder worden. 

Zodra het weer omslaat, zullen ze hun focus verleggen op haaldrift en zal de broedzorg afnemen. Soms stopt de zwermdrift dan en worden doppen geruimd, soms gaat het proces gewoon verder. Het is dus oppassen geblazen nu, zowel voor de zwermdrift als voor voedseltekorten.


Geschreven door Ben Som de Cerff



Voor u gevolgd: bijendag in het arboretum in Kalmthout

Gezien er een vrije zaterdag op mijn kalender stond op 4 maart was ik ( Tania) in de mogelijkheid een (betalende) bijen-imkerdag bij te wonen in het Arboretum van Kalmthout . Ook Iwein, Stijn en Simonne van onze vereniging waren van de partij. 

Er waren 3 gastsprekers voorzien en nadien nog een begeleide wandeling in de tuin van het Arboretum. 

Twee gastsprekers, Professor Dirk de Graaf , onderzoekswetenschapper verbonden aan de universiteit van Gent en Professor Delphine Panziera, onderzoekswetenschapper aan de universiteit van Wageningen kwamen beiden de resultaten toelichten van hun desbetreffende onderzoeken aangaande de Varroamijt.  

De derde spreker, Peter Kozmus, had een iets minder wetenschappelijke benadering maar kwam met een groot hart en marketinginzichten vertellen over voor zijn geliefde bijenland Slovenië. 



prof. dr. Dirk de Graaf 

Delphine Panziera 





Als je interesse hebt in dit gebied , praat dan zeker een keer met Iwein, die meewerkt aan deze selectieve teelten en niet van gisteren is, gezien hij begreep wat hieronder afgebeeld stond 😊



Slechte tegenover goede prognoses...

Delphine Panziera heeft Frans Italiaanse roots en doet momenteel onderzoek voor de universiteit van Wageningen met het project “Black Bee Box”. 

Zij wist ons te vertellen dat ze in Nederland een andere insteek hebben voor wat betreft  imkeren in vergelijking met België.  Het zijn daar eerder bestuivingsimkers dan honingproducenten, en deze zijn verdeeld in een tweehonderdtal lokale verenigingen. 

In Nederland waren in er 1877 een 200.000 bijenkolonies geregistreerd, nu zijn dat er zowat 80.000 . Reeds in 1904 werd er een eerste keer een vermelding gemaakt van een varraoproblematiek, maar deze werd in stilte vergeten.  Het is pas in 1980 dat er opnieuw wordt bij stilgestaan. 

Professor Delphine Panziera heeft het niet alleen over varraomijten maar vooral ook over de connectie die er is met de virusinfecties die varroamijten met zich meebrengen zoals het deformed wing virus.  De ziekte waarbij je ziet dat de vleugels van de bijen misvormd zijn en niet in staat te vliegen.  Het DVW (deformed wing virus) zit bovendien ook niet stil en muteert van vorm A naar een andere vorm B.  Het virus blijft ook achter op bloemen en dus rijst eveneens nog de vraag wat het met andere bestuivers doet die met het virus in contact komen, zoals wespen en hommels bijvoorbeeld.  Daar is nog geen studie naar gedaan. 

Maar even terug naar de honingbijen dan.  In Zweden liep er al heel wat jaren geleden een project met 150 bijenkolonies onder het mom van “live and let die “, om te zien wat er gebeurt met bijenkolonies als je ze gewoon met rust laat en geen behandelingen uitvoert.  Meer dan 75% van deze kolonies heeft het loodje gelegd na 3 jaar en het project kent er geen verderzetting meer.  De overlevende volken kenden echter wel de symbiose met de varroamijt. 

In een gelijkaardige setting loopt nu Darwins Black Box selection in samenwerking met  de universiteit van Wageningen. 

De organisatie bestaat er in om te werken met volken met die in staat blijken het hoofd te bieden aan het aantal varroamijten door bijvoorbeeld een goed VSH gedrag ontwikkeld te hebben.  Indien het volk de druk niet aankan,  wordt het gewoon verwijderd uit de selectie en alsnog behandeld. 

 Het is op deze manier duurzamer en leidt tot minder zware verliezen voor de imker. 

Momenteel lopen er groepen in 

-Tiengemeenten (in deze groep zijn alle bijenvolken dood)

- Leliestad (doen het en zijn dan ook gebruikt voor onderzoek door de universiteit van Gent)

- Laren (nog niet zo lang geleden opgestart)

- Kalmthout (actief met 46 volken op dit moment)

- Duitsland: (alle bijenvolken dood, maar misschien kwamen ze wel allemaal van dezelfde erfelijke lijn)

-3 gelijkaardige projecten in Savoie, Auvergne en Normandië maar zij werken vooral met de zwarte bij.

Op de volken waarmee ze werken in Nederland zien ze in verschillende volken verschillende resultaten.  Zo blijkt dat niet alleen de bijen zich aanpassen maar ook dat de mijten zich aanpassen.  De mijt van volk A kan anders zijn dan de mijt van volk B. 

Eveneens wordt er gewag gemaakt dat men ziet dat er verminderde genendiversiteit is, en werd er een project opgezet waarbij er terug wilde bijenvolken geïntroduceerd worden en er in de bomen i.p.v. van een holte, een grote bijenkast in de boom wordt gehangen, waarbij men gaat monitoren welke bewoond geraken en welke niet. 

https://www.wur.nl/nl/artikel/vsh-varroa-sensitive-hygiene.htm

Dat we nog niet uit bos zijn voor wat betreft de varroaproblematiek is wel duidelijk.  In tegendeel, er komen nog nieuwe dingen onze kant op waar we mogelijk eveneens nog geen antwoorden op gaan vinden. 



Wat had Peter Komuz ons te vertellen :

Slovenië is al jarenlang een traditioneel bijenland. Het wordt er dan ook met de paplepel ingegoten. In kleuter en lagere scholen wordt er al gepraat over bijen en zijn er on the field workshops voor kinderen.

De connectie om deze man uit te nodigen op  het Arboretum van Kalmthout was misschien niet helemaal onverwacht.  Het Arboretum was vroeger een domein in privé handen, waarbij  mevrouw Jelena de Belder, de echtgenote van het fortuinlijke koppel, afkomstig was Slovenië en een aanzienlijke invloed had op het tuindomein.  Er staat dan ook een Sloveense bijenkast te bewonderen op het Arboretum. 

https://www.arboretumkalmthout.be/over-het-arboretum/geschiedenis.html

https://en.wikipedia.org/wiki/Jelena_de_Belder-Kova%C4%8Di%C4%8D

In Slovenië zijn : 




Groeten, 

Tania   

Voor u gelezen: een vaccin voor de bijen

Vaccins voor mensen kennen we ­allang,  maar voor bijen, dat is nieuw. Europese ­onderzoekers hebben er één ontwikkeld tegen Amerikaans vuilbroed, een ziekte die lelijk huishoudt in bijenkasten.

De Amerikaanse overheidsdienst voor landbouw, de USDA, heeft het ­middel een voorlopige vergunning toegekend.

Amerikaans vuilbroed wordt veroorzaakt door een bacterie en verspreidt zich snel. Als de ziekte in een bijenkast toeslaat, betekent dat het einde van een kolonie. Ze tast de larven aan, die herleid ­worden tot een bruin, stinkend slijm. Er was weinig kruid tegen gewassen. Antibiotica hiervoor bestaan, maar die zijn verboden in Europa omdat er restanten van achterblijven in de honing.

Maar er is iets nieuw.

Een biologe uit Estland,  D. Alial ­Freitak en haar collega’s zijn met iets nieuw op de proppen gekomen. Bij de kweek voerden ze aan een koningin een suikerpapje met stukjes van de dode bacterie. Het bleek dat de koningin daardoor bestand werd tegen Amerikaans vuilbroed. Meer nog, ze gaf de immuniteit door aan haar nakomelingen, de werksters, zo meldden Freitak en een team Oostenrijkse en Spaanse onderzoekers in een wetenschappelijk artikel.

De bescherming tegen de ziekte lag tussen de 30 en 50 procent, maar is dat genoeg.  Volgens Freitak zijn er redenen om aan te nemen dat het vaccin in het veld beter kan scoren.  Het werd uitgetest in een laboratorium waar de bijen 24 uur aan heel hoge concentraties van sporen van de bacterie blootgesteld werden. Buiten het labo liggen die dosissen lager en zou de bescherming hoger kunnen liggen. Er worden nu veldproeven opgezet om de effecten te moni­toren.

Een vaccin voor bijen werd lang ­onmogelijk geacht omdat insecten een andere immuniteit hebben dan bijvoorbeeld de mens. Zo ­maken ze geen antilichamen aan. Maar ze hebben wel een aangeboren afweer. In haar onderzoek naar hoe dat werkt, kwam Freitak uit op een specifiek eiwit dat daarin een rol speelt. Dat het werkt, is nu aangetoond, maar hoe het precies in zijn werk gaat, daar kan zelfs Freitak niet op antwoorden. Nog verder onderzoek zou daar voor nodig zijn. Nu het vaccin goedgekeurd is, hoopt men op verse middelen.’

Volgens Ellen Danneels van het onderzoekscentrum ­Honeybee Valley van de UGent is dit een belangrijke doorbraak, vermeldt ze aan de interviewer van de krant de Standaard.  Niet alleen voor de bestrijding van Amerikaans vuilbroed. Het opent ook perspectieven voor vaccins tegen andere bijenziektes, zoals het virus dat misvormde vleugels veroorzaakt.  Ze vermoedt dat op dit moment de vraag naar het vaccin in Europa minder groot zal zijn dan in de VS, gezien Amerikaans Vuilbroed bij ons minder voorkomt. De Amerikaanse imkerij is veel grootschaliger dan de Europese, en de ziekte heeft er grotere gevolgen.  In België kennen we vijf tot hooguit twintig gevallen per jaar . Als er een uitbraak is, worden de kast en het volk verbrand en wordt er een schutkring ingesteld. Zo lukt het om de verspreiding tegen te gaan.’ Freitak van haar kant ziet een introductie op de Europese markt als een logische volgende stap.

Nog even geduld wel, want het vaccin is goedgekeurd, maar nog niet op de markt. ‘Omdat de ­productie redelijk eenvoudig is, denken wij dat het een kwestie van maanden is voor het vaccin breed beschikbaar is’, maakt Freitak zich sterk.

De Estse is behalve hoofd­docent aan de universiteit van Graz (Oostenrijk) ook medeoprichter van het bedrijf Dalan Animal Health, dat het vaccin gaat commercialiseren in de VS. ‘Maar dit vaccin kwam er niet vanuit een ­zakelijke impuls. Het is gegroeid vanuit puur wetenschappelijke nieuwsgierigheid.’

Bron : Artikel uit de standaard van 17 januari.